David Hoffmeister over de speciale relatie, projectie, controle, het zelfconcept en de heilige relatie
Vraag: Ik weet niet of je je mijn vorige brief nog herinnert, maar die ging over mijn zus die op zesendertigjarige leeftijd op mysterieuze wijze stierf. Je hebt me geholpen om dat te relativeren. We ontdekten dat ze stiekem anorexia had, en mijn familie heeft duidelijk een aantal opvattingen over het lichaam die we samen moeten helen.
Mijn persoonlijke vraag gaat over speciale en heilige relaties en of een heilige relatie met een bepaalde persoon nodig is om te ontwaken. Ik heb nooit een serieuze langdurige relatie gehad. Wat als ik er nooit een heb? De Cursus spreekt over heilige relaties en hoe belangrijk ze zijn, dus ik heb grote verwachtingen voor elke beperkte relatie die ik aanga, en ze lijken allemaal snel te mislukken. Neem ik dit te letterlijk?
Antwoord: Bedankt voor je openheid en je bereidheid om diepgaand te kijken naar wat er onder deze onderwerpen en kwesties zit. De gespleten denkgeest bevat het probleem, het ego, en de oplossing, de Heilige Geest. Als ze samengebracht worden blijft er maar Een over.
Het lichaam en de wereld staan altijd centraal in het ego-perspectief, want het probeert echte problemen en moeilijkheden ‘in de wereld’ te maken en de innerlijke genezende correctie van de Heilige Geest te vermijden. De verstoorde wereld van het ego is het resultaat van identiteitsverwarring, een afspiegeling van het geloof dat het mogelijk is om een identiteit te maken die God niet heeft geschapen.
Het ego is dit identiteitsprobleem en het werd beantwoord of vergeven door de Heilige Geest op het moment dat het leek te ontstaan. Dit ene probleem zou beschreven kunnen worden als een autoriteitsprobleem of een verwarring over wie de auteur van de Werkelijkheid is.
De denkgeest die gelooft in de realiteit van de tijd-ruimte kosmos heeft een controle probleem, want hij gelooft dat hij zichzelf kan scheppen. Deze ego-denkgeest denkt ook dat het in concurrentie is met God, hoewel dit uit het bewustzijn is verdrongen. Dit onbewuste egodenksysteem wordt blootgelegd in de werkboeklessen van ECIW, en les 13 bevat een uitstekend voorbeeld van deze onthulling: ‘Een betekenisloze wereld baart angst omdat ik denk dat ik wedijver met God.’
'De gespleten denkgeest bevat het probleem, het ego, en de oplossing, de Heilige Geest. Als ze samengebracht worden blijft er maar Een over.’
Dit is het begin van de training van de denkgeest om te vergeven, want de focus wordt teruggebracht naar de denkgeest, terug naar het denken, en weggenomen van het lichaam en de wereld. Anorexia, gewichtsproblemen, problemen met het lichaamsbeeld en problemen met interpersoonlijke relaties zijn voorbeelden van projectie, van het zien van het ‘probleem’ waar het niet is, namelijk in de wereld.
De denkgeest kan het geloof in een ‘oorlog’ met God niet tolereren, dus wordt dit geloof uit het bewustzijn verdrongen. Het diepgewortelde controleprobleem dat zo’n geloof met zich meebrengt wordt dan geprojecteerd op het lichaam en de wereld.
Gewichts’controle’, zoals elke poging om het draaiboek of het lichaam onder controle te houden, is een poging om het verleden onder controle te houden. De Heilige Geest onderwijst dat het verleden alleen vergeven of losgelaten kan worden of gezien kan worden als onjuist – en niet hersteld of beheersd of veranderd.
Dezelfde ego-dynamiek zit onder de interpersoonlijke relatiestrijd van macht en controle, van het willen herstellen of veranderen van een persoon of een zelfbeeld. Persoonlijke relaties kunnen een tijdje goed lijken te gaan, maar het verzonnen zelfbeeld is het ‘persoonlijke perspectief’ en staat dus altijd op wankele grond.
Beslissingen zijn continu. De Heilige Geest is een beslissing. Het ego is een beslissing. Verzoening is de beslissing die een einde maakt aan alle beslissingen, een aanvaarding van de onveranderlijkheid van de Denkgeest.
Het ego is de beslissing om te geloven dat de denkgeest gescheiden kan zijn van God. Toen de denkgeest eenmaal geloofde dat hij zich had afgescheiden en deze tijd-ruimte wereld had opgebouwd, werd de tijd-ruimte wereld van lichamen zijn vervangende identiteit, omdat het geloofde dat het het Koninkrijk der Hemelen had vergooid.
De wereld was verzonnen als een vervangende ‘identiteit’. De slapende denkgeest is verdeeld over de beslissing van identiteit. De Heilige Geest zegt: ‘Deze wereld is geen Identiteit. Deze wereld is een illusie.’ En zo herinnert de Heilige Geest de denkgeest er voortdurend aan: ‘Deze wereld is niet jouw thuis. Deze wereld is niet jouw Identiteit. Deze wereld is niet werkelijk.’
Terwijl de denkgeest gespleten is, hoort hij een andere stem (het ego) die zegt: ‘Je hebt het gedaan. Je hebt je van God afgescheiden. Je moet er het beste van maken en iets in de wereld vinden om je mee te identificeren. Je kunt nooit meer teruggaan, want God zal je straffen.’

'Verzoening is de beslissing die een einde maakt aan alle beslissingen, een aanvaarding van de onveranderlijkheid van de Denkgeest.'
Gedachte-vorm associaties lijken een vervangende ‘identiteit’ te worden. De ego-denkgeest is geïdentificeerd met het lichaam, met familie, met omgevingen die het omringen: ik ben een Amerikaan, Japanner, ik ben mannelijk, ik ben vrouwelijk, ik kom uit een rijke familie, uit een arme familie, ik ben katholiek, joods, protestant. Dit zijn allemaal gedachte-vorm associaties.
En de schijnbaar andere personen en plaatsen rond het kleine persoonlijke zelf maken allemaal deel uit van deze constructie. De denkgeest is erg wankel over deze kleine identiteit, dit kleine zelf, dit kleine ‘ik’. Dus de kleine ik is wankel, en het lijkt alsof andere personen de kleine ik realiteit en betekenis geven: je bent mijn zoon, mijn dochter, je bent mijn baas, je bent een liefhebbende vader.
En alle verschillende dingen die deze beelden de kleine ik vertellen lijken echt belangrijk te zijn. Lof is dus erg belangrijk: je bent een ‘persoon’ en wel een ‘goede’! Lof en acceptatie door anderen schijnen dit zeer wankele ding te stabiliseren: je bent een geweldige minnaar, je bent een geweldige kostwinner, je bent geweldig met de kinderen, je hebt een prima intellect, je hebt zo’n hart, je helpt zoveel andere mensen, je bent een geweldige teamspeler, en ga zo maar door.
Dit aspect van het zelfconcept zegt dat je een persoon bent, en dat je al die positieve eigenschappen hebt die jou echt tot een waardevol en waardig persoon maken – die je boven de massa doet uitstijgen. Je bent niet zomaar iemand – je bent een speciaal iemand (Engels: somebody special).
De keerzijde is kritiek, die direct het wankele gevoel van eigenwaarde weerspiegelt. Kritiek is: je bent niet zo geweldig als je denkt dat je bent, je bent niet zo’n goede teamspeler, zo’n goede kostwinner, zo goed in bed – al die dingen die worden opgevat als ‘beledigingen’ voor het persoonlijke zelfbeeld. Dat is de keerzijde van lof.
Voor dit ego-zelfconcept dat gelooft dat beide kanten (de positieve en de negatieve) van het ‘denken’ werkelijk zijn, wordt de Heilige Geest als een grote bedreiging gezien, want de Heilige Geest leidt tot de ervaring van vergeving, wat niet meer is dan het besef dat geen van de kleine beelden die als afzonderlijk worden waargenomen, enige realiteit hebben.
Wanneer er kritiek komt, probeert het ego een vervanging. Het denkt: ik heb dit niet nodig. Ik ga ergens anders heen en begin andere relaties met mensen die mijn talenten en vaardigheden en vermogens kunnen waarderen, die mijn persoonlijkheid kunnen waarderen. Ik zal die ‘negatieve invloeden’ in de wereld en die negatieve mensen vermijden. Ik zal een andere ‘persoon’ vinden of me aansluiten bij een groep met ‘gelijkgestemde’ mensen en de rest van de wereld vergeten. Deze nieuwe mensen zullen me aardig vinden en me vleien en roemen.
De poging tot vervanging is een poging om een gevoel van speciaalheid, een gevoel van afscheiding, een gevoel van individualiteit (een privé-geest met privé-gedachten) te behouden. Die pogingen zijn speciale liefde-relaties. Ze lijken nut en waarde te versterken en het persoon-zijn te bevestigen.
En ze bieden een valse getuige voor het vasthouden aan het ego als ‘identiteit’. Voor het ego dienen vroegere associaties om het persoon-zijn een gevoel van stabiliteit en consistentie en waarde te geven. Toch laat de Heilige Geest zien dat associaties uit het verleden niets van waarde bieden, want ze zijn door het ego gemaakt om de waarheid van Gods Liefde te ontkennen.

De heilige relatie benadrukt en weerspiegelt Inhoud (juiste gerichtheid-van-denken) en heeft een besef van de betekenisloosheid van vorm. Terwijl in het ego wordt geloofd, zullen relaties specifiek lijken, en toch zal elk van hen een kans bieden om het geloof in specifieke dingen los te laten. De goddelijke Denkgeest is abstract en universeel. Vergeving is de brug naar de herinnering van Christus en God, goddelijke Abstractie. Zo onderwijst de Heilige Geest:
‘Telkens wanneer jij iemand ontmoet, bedenk dan dat het een heilige ontmoeting is. Zoals je hem ziet, zie jij jezelf. Zoals je hem behandelt, behandel jij jezelf. Zoals je over hem denkt, denk jij over jezelf. Vergeet dit nooit, want in hem zul jij jezelf vinden of verliezen. Telkens wanneer twee Zonen van God elkaar ontmoeten, wordt hun een nieuwe kans op verlossing geboden. Ga nooit bij iemand weg zonder hem verlossing gegeven en die zelf ontvangen te hebben. Want daar ben ik altijd met jullie, in gedachtenis aan jullie.’ (T8.III.4.1-8)
‘Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: ‘Ken uzelf.’ Iets anders valt er niet te zoeken.’ (T8.III.5.1-2)
De focus is altijd een bereidheid tot wonderen. Verander enkel je gedachten en je hele perceptie van de wereld is veranderd. Het uiteindelijke resultaat van deze transformatie is: ‘Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Mijn denkgeest bevat enkel wat ik denk met God.’
Als er een verleiding is om je door vorm-gedachten in te laten pakken, dan is hier een nuttige herinnering uit het gedeelte ‘Voorbij alle afgoden’ uit hoofdstuk 30:
‘Vorm is niet wat jij zoekt. Welke vorm kan een substituut zijn voor de Liefde van God de Vader? Welke vorm kan de plaats innemen van al de liefde in de Goddelijkheid van God de Zoon? Welke afgod kan tot twee maken wat één is? En kan het onbeperkte worden beperkt? Jij wilt geen afgod. Het is niet jouw wil er een te hebben. Hij zal je niet de gave schenken die jij zoekt.
Wanneer jij besluit welke vorm je wilt, verlies je het inzicht omtrent het doel ervan. Bijgevolg zie je jouw wil in de afgod, waardoor je hem tot een specifieke vorm herleidt. Maar dit kan nooit jouw wil zijn, want iets wat in heel de schepping deelt, kan geen voldoening vinden in bekrompen ideeën en futiliteiten.
Achter de zoektocht naar elke afgod schuilt de hunkering naar compleetheid. Heelheid heeft geen vorm, want ze is onbegrensd. Het zoeken naar een speciale persoon of een speciaal ding ter toevoeging aan jouzelf om jou compleet te maken, kan alleen maar betekenen dat jij gelooft dat jou een of andere vorm ontbreekt. En dat je door die te vinden compleetheid verwerft in een vorm die jou bevalt.
Dit is wat een afgod beoogt: dat jij niet erachter zult kijken, naar de bron van de overtuiging dat jij niet compleet bent. Alleen als je gezondigd had, zou dit het geval kunnen zijn. Want zonde is het idee dat jij alleen bent en afgezonderd van wat heel is. En zodoende zou het noodzakelijk zijn dat de zoektocht naar heelheid plaatsvindt voorbij de grenzen van de beperkingen die jij jezelf hebt opgelegd.
Het is nooit de afgod die jij wilt. Maar wat je denkt dat hij te bieden heeft, wil je wel degelijk, en je hebt het recht daarom te vragen. Het kan ook onmogelijk worden geweigerd. Jouw wil om compleet te zijn is louter Gods Wil, en die is jou gegeven doordat jouw wil de Zijne is.
'Het is nooit de afgod die jij wilt. Maar wat je denkt dat hij te bieden heeft, wil je wel degelijk, en je hebt het recht daarom te vragen.'
God heeft geen weet van vorm. Hij kan je niet antwoorden in termen zonder betekenis. En jouw wil kan niet tevreden zijn met lege vormen, die alleen gemaakt zijn om een niet-bestaande kloof te dichten. Dit is niet wat jij wilt. De schepping geeft geen enkele afzonderlijke persoon en geen enkel afzonderlijk ding de macht Gods Zoon compleet te maken.’ (T30.III.2-4)
Dit gedeelte geeft een duidelijk antwoord op je vraag over een heilige relatie. Denk met God, neem waar met de Heilige Geest en ervaar de heelheid van vergeving.
Een ‘persoonlijke relatie’ is nog altijd een zelfconcept en kan slechts een overgangs-’stap’ zijn in het ontwaken. Het doel van de Heilige Geest biedt een vergeven wereld, een heelheid die de schijnbare ‘delen’ overstijgt. Glorie en dank aan God voor het scheppen van alles als Eén!
Liefs & Zegen,
David
Vind meer blogs hier over familie en relaties en hier over metafysica
Vind video’s met David op ons Nederlandse YouTube kanaal.
“…vergeving en spiritueel ontwaken is niet echt een kwestie van dingen en doen en vorm, het is echt een kwestie van verlangen.”
Fijn om hier vertaling te hebben
Het kost me altijd veel tijd en moeite om te vertalen…ook al is tijd oneindig eindeloos!
Dankjewel!! 💖🥰🙏🏻